Uitvoeringswet grondkamers
Artikel 13
1
De Centrale Grondkamer houdt zitting en beslist met drie tot de rechterlijke macht behorende leden en twee niet tot de rechterlijke macht behorende deskundige leden.
2
Een van de tot de rechterlijke macht behorende leden treedt op als voorzitter.
3
Beschikkingen van de Centrale Grondkamer, genomen met een ander aantal personen dan in het eerste lid is vermeld, zijn nietig.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.